IJsbaan klaar voor winterkou
Door Willem Altena
Het grote grasveld van rottende boombladeren en hinderlijke afvaltakjes vrijmaken, de afwaterpomp stilzetten en vervolgens de stevige putkraan in de aanvoerbuis tussen de baan en de naastliggende Swette opendraaien. Eerst even wat gesputter en dan stroomt het Friese boezemwater gulzig het lager gelegen, licht besneeuwde schaatswalhalla aan de Leeuwarderweg op.
Drie dagen en evenveel nachten later staat het water minstens 15 centimeter hoog en zijn de meeuwen weer vertrokken, de buiken vol van muisjes die bij opkomende vloed het hazenpad wilden kiezen en helaas in de toeschietende snavels van de ronddobberende zeevogels verdwenen.
Nu is het wachten op Koning Winter en kenne we hooplek skaatse! Aan de IJsbaan Dicky van der Werf en de verantwoordelijke IJsclub Sneek 1871 zal het niet liggen. Beide zijn er weer helemaal klaar voor. Jong, oud, cracks, schuifelaars; alle schaatsliefhebbers krijgen een warm onthaal.
De bestuursleden en vrijwilligers van de ijsclub zitten nooit stil. Vrijwel elke maandagochtend zijn ze op de ijsbaan te vinden. Er is altijd wel iets te bespreken en onderhoudswerk te doen. Hun groepje dunt iets uit. Wie zich als nieuwe vrijwilliger meldt, krijgt een hartelijk welkom. De afgelopen maanden hadden deze mannen, voornamelijk gezellige senioren, het extra druk met het prepareren van hun geliefde ijsbaan.
De eerste herfstklus was de vernieuwing van de baanverlichting. Heel vaak branden de lampen niet – zo hard en lang vriest het (spijtig genoeg) tegenwoordig niet meer. Maar áls inwoners van de Waterpoortstad hier in de avonduren rondjes willen rijden, kunnen zij dat vanzelfsprekend niet bij alleen maanlicht…
De ijsvereniging weet dat als de beste en heeft nu alle lampen en armaturen vernieuwd. De gasontladingslampen zijn verdwenen. Die startten langzaam op, waren peperduur in gebruik en zijn sinds een paar jaar ook niet meer verkrijgbaar.
In de top van de 15,5 meter lange en 41 jaar oude stalen palen werpen nu led-lampen, klein maar sterk, licht op de ovale schaatspiste. Een vervangingsklus van zo’n tienduizend euro, op hoog niveau uitgevoerd door de installatiebedrijven Kompas en Hiemstra, respectievelijk uit Gytsjerk en Sneek. Het verenigingsbestuur hoopt de investering door lagere energie- en aansluitkosten op termijn terug te verdienen.
Overigens, de ijsclub mag pas entreegeld heffen als de lampen op de baan zijn ontstoken. Dat heeft alles te maken met de statutair vastgelegde bepaling: ’Tot het moment op de dag dat het licht in de masten aangaat, is het op de ijsbaan gratis schaatsen voor iedereen’.
Een ander opvallend (of eerder, neervallend) karwei was het kappen van acht populieren aan de noordzijde van de baan, net buiten het hek, in opdracht van de gemeente Súdwest-Fryslân. Om er goed bij te kunnen komen, werden hoogwerkers en ander materieel over een strook stalen rijplaten in de lengterichting van de baan aangevoerd.
Tachtig meter hekwerk moest plat en zelfs de bijenkasten verlieten tijdelijk hun vaste stek op het polderdijkje. De bomen, sommige met een onderstam van dik twee meter in doorsnee, konden zo gecontroleerd op de ijsbaan neerploffen, zonder schade aan te richten.
De ijsclub is opgelucht over de verdwijning van deze sta-in-de-weg-reuzen. Hoewel bladerloos hielden ze gunstige koude wind uit noorden en oosten tegen. Het baanwater aan die zijde vroor ook altijd het laatst dicht, tot ergernis van ijsmeester Jelle Plantinga. ,,It is dêr no in stik iepener. It klinkt miskien frjemd, mar sokke hege beammen hâlde waarmte fêst.” De bomenkappers hebben volgens de baanbaas trouwens prima werk geleverd. ,,De kompliminten”.
Minder zijn Plantinga en de andere ijsclubmensen te spreken over de oude afrastering ter plekke. Dat stalen hekwerk is weliswaar (tijdelijk) teruggeplaatst, maar erg deugdelijk is het niet meer. ,,Dat diel is hjir en dêr stikken en foldocht net oan de easken. Dat moat perfoarst fernijd wurde”, oordeelt Plantinga.
De ijsclub gaat er vanuit dat de gemeente hiervoor de beurs trekt. Ze kan al die investeringen moeilijk zelf alleen bestuiveren. Alom wordt gezocht naar gevulde potjes van subsidiegevers, fondsen en sponsors. ,,We doën ut nyt foar oansself”, zegt het bestuur. ,,Ut is foar skaatsend Sneek!”.