door Willem Altena
Kanovaren op de ijsbaan? Waarom niet? Vrijwilligers van IJsclub Sneek 1871 wouden het in elk geval proberen. En wat blijkt? Het houdt.., wacht nee, dat is met ijs. Herstel, het kan!
Het in- en uitstappen valt eigenlijk reuze mee, want de kano’s – eenpersoons kajaks en een tweepersoons ‘Canadees’ – liggen bij de wal op de bodem! Lekker stevig. Vervolgens even losduwen en….. varen maar. De peddels niet te diep in het water steken, want dan ben je aan het ‘grasmaaien’.
Op ruimer water staat zo’n 30 centimeter water; diep genoeg om een vlot gangetje te krijgen. Als je laarzen draagt, zou je kunnen uitstappen om vervolgens lopend verder te gaan, met de boot op sleeptouw.
De ijsclubmannen, niet meer de allerjongsten, waagden zich daar (w)ijselijk niet aan. Een nat pak oplopen, is niet aan te bevelen. Het water is immers steenkoud. Liever een kort onderling wedstrijdje snelvaren houden. Voor de winnaars stond er in het smûke ijsbaangebouw koek (kano’s) en zopie (koffie) klaar. Voor de verliezers trouwens ook.
Al met al een geslaagde peddelproef. Wellicht krijgt dit ijsbaan-kanoën op korte of langere termijn een vervolg, misschien met oud én jong. En dan ook met meer kano’s.
Het kan uiteraard alleen als er water op de baan staat, dus in de winter. Ook buiten dat seizoen zou je het complex op kanodiepte kunnen zetten, maar dan zit je andere baangebruikers in het vaarwater. Onder wie de imkers met hun bijenkasten. En met name de boogschutters, die meer met pijlen dan met peilen hebben.
Nog een paar weken – en dan hevelt de ijsbaanploeg het water weer over naar de Zwette. Of beter gezegd, dat doet een pomp voor hen. Drie dagen later is het gras tevoorschijn gekomen. Twee weken daarna kun je het terrein met droge sokken oversteken. Eerst nog even hoop houden op een verlaat wintertje. Je weet het nooit…